Ook het CBRB werd tijdens het bestaan geconfronteerd met de donkere oorlogsjaren

Langzaam klimt de economie en dus ook de binnenvaart uit een dal na de crisisjaren in de jaren dertig van de vorige eeuw. Helaas is deze opleving van korte duur, als de donkere oorlogsjaren volgen!

Dwangorganisatie
Tijdens de Tweede Wereldoorlog van 1940 - 1945 werd het Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart een ‘dwangorganisatie’. Een reder mocht de internationale vaart alleen bevaren als de onderneming bij het CBRB was aangesloten.

De wijzigingen, die daarvoor in de statuten moeten worden gemaakt, zijn van ingrijpende aard. In eerste plaats wordt daarbij de verenging verplicht tot het verlenen van medewerking aan de uitvoering van wettelijke en administratieve maatregelen met betrekking tot nationale en internationale binnenvaart.

Daarnaast mag de overheid toezicht uitoefenen op de gang van zaken van het bureau en eventueel besluiten schorsen of vernietigen. Zonder de overheid kan het CBRB geen stap meer zetten. In afwijking van de oude statuten mag het CBRB zich nu wel inlaten met overeenkomsten en geschillen tussen werknemers en werkgevers.
Het was in dit tijd niet gemakkelijk voor het CBRB steeds de juiste koers te varen tussen de vertegenwoordiging van de leden en de aan de vereniging opgedragen uitvoerende functie volgens de overheidsvoorschriften.

Sluimerend bestaan
Dat de Akte van Mannheim (de overeenkomst in 1868 gesloten tussen de langs de Rijn liggende staten om geen scheepvaartrechten op de Rijn te heffen, vrije vaart op de Rijn) in de oorlogsjaren niet wordt nageleefd, deed veel pijn in CBRB-kringen. In 1942 wordt het nog erger, wanneer de overheid het bedrijfsleven in Nederland volledig ordent en de vóór 1942 bestaande organisaties grotendeels opheft.

Het CBRB kiest daarom voor een ‘sluimerend bestaan’ om het bureau te behoeden voor een opheffing. De actieve directeur en bestuursleden van die tijd houden tijdens de oorlogsbezetting de zaken draaiende van het non-actieve CBRB, waardoor het CBRB na de bevrijding in 1945 weer volle vaart vooruit kan.


Bron: De zilveren mijlpaal, grepen uit een kwart eeuw geschiedenis van het Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart, K.F.H. Wolters in opdracht van het CBRB.